Maand: oktober 2020

clownshelden deel 7 – Mr. Bean / Rowan Atkinson

In 1989,  het tweede jaar van mijn studie Bouwkunde aan de TU Delft, wilde ik samen met mijn goeie vriend Henri iets met toneel gaan doen. Omdat de musical ‘fiddler on the roof’ al vol zat, belanden wij bij de cursus clownerie, jongleren & acrobatiek van JanPier Knaapen.  Het was het begin van vijf jaren training in de kunsten van de clownerie met de titel ‘Het Nootdorps Staatscircus’. Een wisselende groep ‘vrienden’ met een harde kern die wekelijks trainden en in de zomers optraden (tegen vergoeding van onkosten).

Het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw zijn ook de hoogtijdagen van een wereldvreemde snuiter op de televisie. Een tekstloze figuur in een te krap pak, wiens eigen realiteit vaak botst met de wereld van alledag. Mister Bean. Het intro van de tv-serie gebruik ik vaak om uit te leggen wat een clown is.

In de intro valt mr. Bean in een lichtstraal vanuit de hemel op een Engelse straat om vervolgens nieuwsgierig op pad te gaan. Hier zien we de clown, die zonder verleden of toekomst in het leven van alledag wordt gegooid (of verraadt de spotlight dat het allemaal maar theater is).

Dit verklaart ook dat mr. Bean worstelt met alledaagse gebruiken en routines. Of beter gezegd hij geeft er zijn eigen draai aan.

Opstaan in de ochtend, een boterham eten in het park, een bezoekje aan de bioscoop,.. Gewone handelingen worden bijzonder (en grappig) door de frisse en eigen kijk van mr. Bean. Eén van de beste scènes is het bezoek van mr. Bean aan een heilige mis.

Rowan Atkinson speelt vaak met een zwijgende hoge status en hier zien we één van de beste voorbeelden.  Het willen eten van een zuurtje met een krakend papiertje wordt met één blik van de autoritaire buurman geblokkeerd. Dit leidt tot een opeenstapeling van problemen terwijl er ondertussen een kerkelijk lied wordt gezongen. En dat vind ik dan weer zo herkenbaar grappig….Hoe vaak heb ik vroeger niet in de kerkbanken gezeten half mee murmelend,  totdat er ineens een Kyrie, Hallelujah of Amen klonk dat ik herkende en opgelucht uit volle borst meezong.

De clown leeft in een eigen wereld die raakt aan de echte wereld.  De clown laat met zijn eigen logica de mensen met een frisse blik kijken en nadenken over hun eigen gebruiken en patronen. Door middel van vergroting, verkleining, herhaling, een afwijkende context laat de clown zijn publiek in een lachspiegel kijken.

En zo voelde het voor mij ook daar in Delft. Vijf jaar lang keek ik met mijn vrienden van het Nootdorps Staatscircus in de lachspiegel van het leven. Een schitterende tijd, waarin ik veel geleerd heb over mezelf, vriendschap en de clown.

P.s. nog een kleine toegift van Rowan Atkinson zelf….de documentaire Laughing Matters waarin hij op geheel eigen wijze de principes van de fysieke comedy uit de doeken doet…kijken!

 

clownshelden deel 6 – Herman van Veen

 

De Brabanthallen in ‘s-Hertogenbosch is deze dagen verbouwd tot Mainstage.  Daar kun je met zijn allen op gepaste afstand en binnen de geldende coronaregels nog genieten van het theater. Van intimiteit is geen sprake. Er staat een knettergroot podium in een loeigrote hal. Hier zit ik met mijn lief op rij 1 in afwachting van een clownsheld…Herman van Veen.

Als kind kon ik verdwijnen in de magisch realistische wereld van ‘de wonderlijke avonturen van Herman van Veen’.  Het cassette-bandje hebben we in de auto grijsgedraaid.

 

Herman en zijn vrienden woonden in een huis dat kon zweven. In een huis met vriendelijke spoken. In een huis met Erik in de kast. Hans en Hans de kok en kok! Een wereld die lijkt op de onze maar die niet de onze is….en daar is de eerste link met de clown.  De wereld van de clown lijkt op de onze, maar is het niet. De clown leeft in een parallel universum dat lijkt op het onze maar dat zijn eigen regels kent….het publiek kijkt in een vervormde spiegel…naar een wondere wereld (opdat ze met frisse ogen naar hun eigen wereld kunnen kijken).

Op de oneindige vlaktes van Youtube vond ik nog een filmpje waarin Herman zijn fysieke zeggingskracht koppelt aan zijn muzikaliteit…

Een clownsact van formaat… In 2020 doet hij deze act nog eens dunnetjes over. In die enorme hal zie ik dat er enige sleet zit op de fysieke mogelijkheden (Herman is inmiddels 76), maar nog steeds veegt hij de noten van de piano om ze tenslotte in het publiek te gooien.

De derde les die ik heb geleerd van het kijken naar Herman van Veen gaat over zijn relatie met het publiek.  Als toeschouwer kun je in de pluche stoel van het theater twee kanten op bewegen. Of je wordt achterover in je stoel geblazen of je word naar het podium toegezogen…Herman van Veen maakt van Mainstage zijn huiskamer. Hij nodigt je uit…je gaat voorover hangen. Nieuwsgierig. Het is iets ongrijpbaars maar het gaat over zenden en ontvangen…over de dialoog met het publiek, die ook voor elke clown noodzakelijk is en waarbij zenden alleen niet genoeg is.

Herman van Veen is geen clown…het is een kleinkunstenaar van de bovenste plank die houdt van de clown. Hij verstaat de clown. En de clown verstaat hem!